De ochtend begon vroeg. Misschien te vroeg. Om 5u stond ik op, of anders gezegd, rolde uit mijn bed. Ik strompelde naar de keuken. Ik had het lumineuze idee om de koffie te laten lopen, terwijl ik onder de douche stond. Het leek te lukken … ik warmde op en mijn koffie koelde af tot een drinkbare temperatuur. Weeral tijd bespaard. Ik nam nog wat mee voor de kleine honger en vertrok toen klokslag 5u30 naar mijn moeder.
Op de weg was het ideaal, het was zo’n 10°, dus geen kans op gladheid en uiteraard was de ochtendspits nog niet op gang gekomen. Binnen 20 minuten was ik in Assebroek en vandaar ging de reis verder. Ik wisselde van auto en van zitplaats en algauw snorden we op de E40 richting Franse grens.
Er was nog een vrees dat we ergens stil zouden staan voorbij Adinkerke, maar er was geen geel hesje te bekennen. Vandaar ook dat we om 7u20 de afrit namen aan Calais Port.
Helaas toen werd het wat ingewikkeld, ze hadden de baan verbreed en toen er een splitsing kwam van auto’s en vrachtwagen was er geen probleem, maar in had niet verwacht dat er de weg nogmaals zou splitsen, voor de in slaap gevallen vrachtwagenchaffeur… Ik kon niet op tijd helpen corrigeren en we belanden in een lange rij vrachtwagens. De schrik sloeg toe bij mijn moeder, dus stapte ik even uit en zocht een uitgang. Ik liep naar de Poolse vrachtwagen die achter ons was gereden, maar de man sprak uitsluitend … Pools. Hij probeerde wel uit te leggen dat we best naast de file doorreden en links wel een gat zouden vinden. Intussen was mijn moeder half uit de auto gestapt wat niet echt hielp om de rust te bewaren. Uiteindelijk nam ik het stuur over en reed naast de file en helemaal voorin, bij de slagbomen kwam een geel vestje met Securité aanzetten en liet ons door. We kwamen terug op het rondpunt en opnieuw (net zoals vorig jaar trouwens) reed ik op de bezoekersparking, daaruit was het gemakkelijker ontsnappen en na een derde poging via “Calais Port” belanden we bij de douane, de Franse liet ons zo door, de Engelse keek even streng naar de identiteitskaarten maar ook hij had geen vragen. En we waren bij de laatste etappe, de incheckbalie, daar zat een ongeïnteresseerde vrouw die wou weten welk type Citroën dit betrof. Tergend langzaam tokkelde ze op haar toetsenbord en toen rolden de tickets uit de printer en konden we doorrijden. Ze zei nog het vak, maar ik kon me niet zo concentreren. Nu ik heb uiteindelijk het vak kunnen ontfutselen en de auto voor ons tussen een rij vrachtwagen zien laveren. Nu wist ik niet meer wat doen, om de een of andere reden reed ik de andere kant uit en stond dus omgekeerd naar de loopbrug. Terwijl er aan de rij vrachtwagens geen einde kwam. Weeral een geel mannetje wou het ticket zien bungelen aan de achteruitkijkspiegel vooraleer hij iets wou doen. Eindelijk werd er een bres geslagen in de stroom tientonners en kon ik draaien om op de ferry te rijden.
Stijf van de zenuwen zette ik de motor uit in het ruim en liet mezelf eerst leeglopen. Daarna wachtte ik geduldig tot alles verzameld was. We gingen de trap op en het zoeken van een geschikte plaats begon. Relatief snel kon ik neerploffen. Ik stoorde aan het onverminderde gekwetter van Indiërs naast mij. Wie legt me eens uit waarom die mode van tegen je GSM te roepen in luidsprekermodus?! Het is verdorie 8u in de morgen…
Na een ontbijtje met nog een mok koffie, kwamen de Cliffs al in zicht. Het terug naar de auto gaan verliep verbazend rustig. Ik had beloofd om in Engeland te rijden en na wat speurwerk, die A2 is altijd verstopt net na de haven, deze keer geen sightseeingtour tot aan de Marina en terug, maar rechtstreeks de brug op richting binnenland. Bij een rondpunt verliet ik de weg een stop te vroeg en besliste om door te rijden tot een eenvoudig punt om te draaien. De GPS echter stelde voor om binnendoor te steken. Ik kon me wel vinden die rustige country-lane maar mijn moeder deelde die mening niet zo bleek. Al had ze eerder gezegd voorstander te zijn van de A2 i.p.v. de M20. Wat misverstanden dus. Nu na een kwartier waren al terug op de A2. Problem solved.