Onderwater

Nadat alles in mijn auto was geladen en ik tevergeefs op mijn TomTom in de post had gewacht reed ik uit de garage.

Al gauw reed ik op de A11 en maakte goede vorderingen. Voor ik evenwel de grens overstak gaf ik mijn Smurfenmobiel nog een tank vol benzine in Zelzate. Intussen haalde ik voor mezelf ook wat mondvoorraad.

Ik draaide de parking af en binnen 1 km was ik op Nederlands grondgebied. Ik reed naar Terneuzen en werd gewezen op de “No Way of Return” van de toltunnel. Ik deed mijn lichten aan en 6 km lang bevond ik mij onder de Westerschelde. Nog een kilometer verder naderde ik het enige tolplein van Nederland. De prijs was nog steeds 5 euro en ik werd nog een goeie reis toegewenst.

Even later was ik in Veere, maar het was er zo druk dat ik ergens op een stuk grasveld mijn lunch af en terug verder reed.

Gisteren had ik nog het besluit genomen om een Museumkaart te kopen om mijn reis nog te verdiepen. Ik had op hun website gelezen dat het Waternoodsmuseum open is op maandag en noodzakelijk ook een Museumkaart kan verschaffen. Ik stelde mijn GPS dus in op Zierikzee. Op de Zeelandbrug stond ik even in de file maar dat lostte zich al snel op. De weg naar het museum is smal en bochtig maar bood prachtige vergezichten op de Oosterschelde.

Ik liep naar het museum en vroeg om een museumkaart. De man die me die verkocht wees me erop dat de voorlopige kaart maar 1 maand geldig en ik dus voor die tijd ze moet registreren. Ik was blij om te horen dat er geen limiet stond op het aantal musea zoals in België.

Het museum was in de betonnen sluitstenen gebouwd en dat vond ik op zich al speciaal. Ik liet me meesleuren in de tragedie en leerde dat vooral noordelijk Zeeland en zuidelijk Zuid-Holland erg zware klappen kreeg in de winter van 1958. Meermaals werd ik stil van de stille getuigen. Wel stond ik verbaasd dat de voorwaarde om een noodwoning te krijgen het verplicht ophangen was van een cliché foto van het land van herkomst. Nu er is zijn ergere dingen om naar te kijken dan een Noors berglandschap.

Halverwege het museum was een klein theesalon gemaakt en ik maakte daarvan gebruik om mijn caffeïne peil wat te verhogen. Intussen bestudeerde ik de welkomsenveloppe die ik kreeg met mijn voorlopige kaart in. Ik schreef mijn naam op de kaart en las de brief. Daarin was sprake van 1 maand maar ook van 5 musea. Toen zag ik nog geen problemen.

Ik liep verder door het museum en op het eind was een confronterende tentoonstelling waarin 3 hypotheses worden voorgedragen waarin de gevolgen van de opwarming van de aarde in de toekomst worden gedemonstreerd. Het is een open deur… maar het is 5 voor 12.

Na mijn bezoek deed ik nog een wandeling langs de Oosterschelde maar vergiste mij van route (nochtans keek ik op mijn GPS) en tikte af op 8 km i.p.v. 2 die ik in gedachten had.

Ik reed naar Zierikzee en zocht mij een restaurantje. Bijna was ik binnen gelopen in de Mister Nilson maar dat leek me eerder een bar. Ik nam genoegen met een pizzeria. Terwijl ik wachtte tot de pizza was gebakken, registreerde ik met mijn smartphone mijn museumkaart. Echt handig was dat niet om te typen maar na een tiental minuten kreeg ik de verlossende e-mail van de stichting dat mijn kaart succesvol was geregistreerd.

Net dan kwam mijn pizza, ideale timing. Ik verorberde de schijf en pas nadien zag ik dat er in het sauzenbakje ook een pizzaroller was. Te laat! Ik betaalde mijn rekening en ging terug naar mijn auto.

Ik keek op mijn GPS kaart voor een slaapplaats en uiteindelijk leek dat wegje naar het museum de beste plaats. Ik parkeerde me op een parking langs de dijk. Naast het museum was een camping en Duitsers hadden dit plaatsje blijkbaar ook gevonden want ze hadden zichzelf geïnstalleerd op een tafel met hun getto-blaster en hun waterpijp. Echt storend was het niet, maar rustig werd ik er niet van. Gelukkig maakte de zonsondergang door de Zeelandbrug veel goed.

Ik keek nog een film in mijn auto en maakte toen mijn tent klaar. Iets voor middernacht was het al terug rustig, behalve enkele laagvliegers die af en toe voorbijraasden.

De eerste nacht

Ik stond rond een uur of 6 op en kleedde me aan. Ik wastte mijn gezicht en nam mijn frigobox uit de auto. Ik nestelde me aan tafeltje en at mijn boterhammen op. De rust was volledig teruggekeerd en sporadisch zag ik een fietser langskomen, in een stil en verlaten landschap.

Ik plooide mijn tent terug in elkaar en stapte in mijn auto voor Hellevoetsluis. Ik reed talloze bruggen over en bevond mij uiteindelijk in Zuid-Holland. Van hieruit was het niet ver meer. Toen mijn GPS me vertelde dat ik er bijna was, vond ik een parking en een kleine omwalde stad. Eigenlijk leek het meer op een rivierinham met enkele huizen rond. Ik was gecharmeerd door de grootte.

Ik nam mijn GPS en mijn fotocamera en liet me navigeren langs de route die ik had ingesteld. Ik kwam langs verdedigingswerken en enkele historische schepen. Het gaf me allemaal een beetje een fake gevoel. Toch was het best wel een mooi zicht. Ik sloot mijn bezoek af met een koffiehuisje. Even dacht ik eraan om het Brandweermuseum te bezoeken maar uiteindelijk heb ik dat niet gedaan.

Niet zo heel ver rijden lag Brielle en daar heerste meteen een echtere sfeer. Ik parkeerde mijn auto en legde voor de zekerheid mijn schijf. Ik liep rechtstreeks naar het Historisch museum. Daar aangekomen zwaaide ik met mijn voorlopige museumkaart, maar die hadden ze nog nooit gezien. Ze schreven mijn kaartnummer op en ik werd naar de eerste zaal geleid. Het museum was mooi opgesteld en wat mij vooral is bijgebleven is de godsdienstige en bijgevolg politieke grondslag van het conflict tussen prins Willem en van Over… De manier waarop de laatste aan zijn einde kwam was gruwelijk. Een klassiek geval van opgezette haat dus.

De laatste zaal bevatte een uniek stuk dat het museum had mogen lenen van het Louvre en dus kreeg ik een compagion die mij in de gaten hield. Wat ik vooral merkte was dat de glazen vaas kleine bewegingen maakte toen ik op de parket vloer heen en weer naar de borden liep. Ik had geen zin om schade te veroorzaken dus stapte ik op de tippen van mijn tenen.

Na het museumbezoek was het tijd voor mjn lunch en daarna plande ik nog een korte wandeling door de stad.

Dan stapte ik terug in mijn auto en reed richting Schiedam. Algauw zag ik in de hussle en bussle van de Rotterdamse haven. Aanschuiven, voorsorteren en zoeken. Ik verloor langzaam mijn rust en na wat zoekwerk een parkeerplaats gevonden net buiten de ring. Ik stelde mijn GPS in en deed mijn wandeling. De stad was van een heel andere orde dan de vorige vestigingssteden en ik kon de nabijheid van de grootstad Rotterdam voelen en zien. Toen ik terug bij mijn auto was, besloot ik terug rust op te zoeken en uiteindelijk kwam ik uit in Hoek van Holland.

Ik merkte borden op naar de Waterkering maar, zoals bij het museum in Zierikzee, was de weg smal en bochtig en ditmaal bezaaid met wielertoeristen. Ik reed op de kunstmatige heuvel en aanschouwde het wereldwonder.

Na de zilte zeelucht te hebben opgesnoven en de rust van de langzaam voorbij glijdende containerschepen te hebben ervaren reed ik terug mijn berg af en zigzagde tussen de fietsers. Ik ging winkelen en na mijn slaatje te hebben opgegeten was het tijd om mijn bedje terug te spreiden. De parking leek een prima plaats.

Beetje sightseeing

Ik stond op en na het ochtendritueel besloot ik een tochtje te maken op de Fast Ferry.

Maar eerst een douche.

Ik vond een buurthuis en liep daar naar binnen. Omdat ik niet direct vond wat ik zocht, ging ik naar het nabijgelegen zwembad, maar dat was nog niet open. Dus keerde ik terug naar het buurthuis, daar merkte ik dat achter de bar een sportzaal bevond. Ik ging er naar binnen en probeerde niet op te vallen toen ik voorbij een trainende groep jongeren liep. Ik wou geen kleedkamer binnenlopen om me niet verdacht te maken, maar vond een deur met een figuurtje. Toen ik de deur opentrok bleek die ruimte een WC en douche te bevatten. All I needed.

Ik drapeerde mijn kleren over de WC en liet het water me goedgevallen. Het water was behoorlijk warm en ik was al snel verfrist. Ik trok mijn verse kleren aan en liep rustig uit de zaal. Voor ik vertrok bestelde ik nog een koffie. Ze smaakte me maar ik had mijn oppepper liever niet in een kartonnen bekertje gehad.

Na wat te hebben rondgereden bleek de Fastferry net naast de Stena terminal te liggen, dus op wandelafstand van waar ik mijn tent had opgezet.

Ik begaf me naar het ponton en wachtte geduldig de 20 minuten af. Ik zag de stijger langzaam vollopen met recreatiefietsers. De veerboot was in aankomst en stapte in. Ik nam plaats binnen en toen een medewerker me een ticket verkocht, kon hij het niet laten om te zeggen dat ik op een werkboot was verzeild geraakt en dus niet snapte waarom iedereen dit als een toeristisch uitje zag, ik incluis. Na de hilarische intermezzo’s van die medewerker die de reizigers wees op zeehondjes en dergelijke stond ik een uur later terug waar ik begonnen was. In principe had ik een dagticket gekocht dus ik had nog wel enkele rondjes kunnen doen of een wandeling maken op de Maasvlakte, maar Rotterdam lonkte.

Ik at mijn boterhammen op en nam de snelbus naar Schiedam (dat bleek als hub te fungeren) tot de eindhalte. Daar wachtte een metro om me naar het centrum van Rotterdam te brengen. Ik stapte uit aan het stadhuis en deed mijn wandeling door de stad. Toen bleek dat navigatie met dit gecombineerde GPX bestand niet eenvoudig was, schakelde ik de navigatie uit. Op het einde van de wandeling kwam ik langs het Maritiem Museum. Dit zou mijn 3de museum worden. Aan de ticketbalie vroeg ik meer uitleg over de beperkingen van een voorlopige kaart. De vrouw wees me erop dat die voorwaarden bleven zelfs als de kaart is geregisteerd, enkel met een persoonlijke kaart kon ik doen wat ik wou. Ze adviseerde me om te bellen naar de klantendienst.

Het was een modern opgezet museum met korte tentoonstellingen, zoals ze ook in het MAS doen. Zo leerde ik meer over het verhaal van SPIDO en haar geleidelijke overgang naar rondvaartbedrijf. Ik nam kort een kijkje in een cruisschip over de jaren en sloot mijn bezoek af met het verhaal van de drugshandel, dat vroeger legaal door de overheid werd gerund met opium-schepen.

Ik wou nog heel even een kijkje nemen in de oude graanlift, maar die was intussen al gesloten. En ook de helpdesk zou binnen een kwartiertje sluiten. Te laat om te bellen dus.

Ik nam de metro terug naar Schiedam en besloot de tragere bus te nemen naar Hoek van Holland, zodat ik ook het achterland zag. Toen ik op de bus stapte was het er broeierig heet en echt veel speciaals heb ik onderweg niet gezien.

Ik stapte uit de bus en liep nog even langs de winkel voor een maaltijdsalade. Aan het water smulde ik van mijn slaatje.

Ik stapte terug in de auto en reed naar het noorden, weg van alle havenactiviteit. Ik kwam in kassengebied waar de ene serre nog groter was dan de andere. Op een weg vond ik een bord naar een natuurgebied en die richting sloeg ik in. Het natuurgebied was niet meer dan een visvijver, maar meer moet dat voor mij niet zijn.

Ik maakte mijn bedje op en ging de nacht in.

Delfs blauw en Haagse grandeur

Ik stond op en maakte me klaar.

Ik begon mijn dag in Delft. Daar reed ik een parkinggarage in en schrok een beetje van de 3 euro per uur op het bord. Ik kon niet terug en besloot door de appel te bijten. Toen ik aan trap naar boven nam bleek dat ik midden in het centrum van Delft was, wat uiteraard de prijs voor een deel verklaarde.

Ik liep mijn wandeling en drie kwartier later was ik al terug bij de auto, al had ik heel graag mijn voetjes onder een tafeltje geschoven voor een vers kopje koffie.

Ik reed de parking uit en reed naar Den Haag. Slecht idee, ik kwam hopeloos vast te staan in het drukke verkeer van de politieke hoofdstad. Nadat ik terug wat kon bewegen stopte ik even langs de kant van de weg. Ik vond op internet dat er een P&R voor Den Haag in Ypenburg was, maar dat het nogal snel volloopt.

Een klein stukje snelweg en ik was op Ypenburg. Het was er inderdaad erg druk, ik reed een rondje en net toen ik de parking terug uit wou rijden deed een chauffeur teken dat hij ging vertrekken. Ik draaide me op en nam zijn plaats in.

Ik begaf me naar het station van Ypenburg en in 10 minuutjes met de trein was ik al in Den Haag Centraal. Ik liep het centrum in en deze keer nestelde ik me in een Weense koffiebar. Ik liet het breed hangen en bestelde een Cappucino met gebakje. Na mijn hapje ging in verder en liep door het Binnenhof. Aan de andere kant werd ik aangesproken door enkele Den Haag ambassadeurs (stadsvrijwilligers die toeristische informatie uitdelen). Ik nam een plannetje mee en men wees me op een gebouw waar ik rondleidingen kon boeken voor de Staten Generaal. Het hele complex dus. Ik liep het gebouw in en ik kon nog aansluiten bij de rondleiding van 15u. Dus nog meer dan 2 uur wachten.

Ik vervolgde mijn wandeling doorheen Den Haag maar hield even rust bij een rustige met bomen omzoomde laan. Ik at er mijn rozijnekoeken op en intussen belde ik het nummer van de klantendienst van de museumkaart. Helaas had ik niet stilgestaan bij het feit dat het een 0900-nummer was en bijgevolg enkel bereikbaar is met een Nederlands nummer.

Op het eind van mijn wandeling liep ik terug naar die ambassadeurs en vroeg of ik ergens kon bellen naar dat 0900 nummer, na wat omzwervingen kwam ik terecht bij het Mauritshuis. Daar probeerde ik mijn verhaal te vertellen. In het begin kon de vrouw mij niet volgen, maar een collega bracht toen een blaadje met een 010-nummer op. Het echte nummer dus van het kantoor in Capelle a/d IJssel. Ik schreef het op en zette me toen op de royale zitbanken aan de overkant.

Omdat de ingang van het museum ondergronds is, was de verbinding niet altijd perfect, maar ik kon duidelijk mijn vraag formuleren. Tot mijn verbazing zei de vrouw aan de andere kant van de lijn dat ze niets voor me kon betekenen. “Dus dat betekent dus dat ik helemaal naar huis moet voor een stukje plastiek?” zei ik opgewonden. Haar antwoord was dan ook niet echt bevredigend. Ik vroeg naar een klachtenprocedure.

Ik haakte in en ging terug naar de balie, waar men mij met grote ogen vroeg hoe het mij verging. “Niet goed, ik kan niets doen zonder permanente kaart”. Van het hele circus was ik zenuwachtig en onzeker geworden. Wat moest ik nu doen … Men gaf me een lijst met de grote musea in Nederland en men stelde me voor om er de beste uit te selecteren, kortweg de duurste en grootste. Toen werd ik even opzij geroepen en men bood mij een ticket aan met een docentenkorting. Ik was gevleid met de aanbieding, maar voelde aan dat ik te weinig tijd zou hebben om rustig het museum te bezoeken. De vrouw had niet verwacht dat ik het voorstel zou afslaan.

Ik ging naar buiten en ging nogmaals te rade bij de ambassadeurs. Ik vroeg hun waar ik een goeie Haagse pint kon vinden. Ik was al langs enkele cafés gelopen maar was niet onder de indruk van hun bierassortiment. De drie personen overlegden met elkaar maar voor een echt goed café zou het nog te vroeg zijn. Ik kreeg enkele suggesties, maar vond niet echt mijn smaak. Tot ik in een klein steegje een B&B vond die enkele aardige bieren op de kaart had staan. Ik bestelde een Texels biertje en schoof aan op het terras met enkele Scoutsleden uit (dat bleek nadien) in de buurt van Alkmaar. Het was er harstikke gezellig met een hapje en een babbeltje en ik besloot nog een pint te drinken.

Intussen was het tijd geworden voor mijn rondleiding en ik begaf me naar de ontmoetingsplaats. De rondleiding was interessant, met een uniek beeld op een instituut en een deskundige uitleg. De gids moest ook een groep Italianen op sleeptouw nemen en het systeem met de audiogids werkte wel, maar vond het geen volledige oplossing, nu ik spreek Nederlands dus was het mijn zaak niet.

Toen de gidsbeurt afgelopen was, was het alweer 17u geworden en ik besloot de tram te nemen naar Scheveningen. Want alles in downtown Den Haag leek peperduur te zijn.

Aangekomen in Scheveningen bevond ik me in een regenstorm. Na een korte sprint op de zeedijk liep ik een restaurant binnen die claimde veel bieren op kaart hebben staan en die binnen mijn budget viel qua eten. Alleen was de kaart buiten niet duidelijk welke bieren bedoeld werden.

Ik ging het restaurant in en liep naar aan tafeltje met twee dames die een cocktail aan het drinken waren en ik vroeg of ik even de kaart mocht inkijken. Een van de dames zei behulpzaam dat ik daarin geen eten zou vinden. Maar ik was vooral op zoek naar de drankenkaart. Het aanbod was inderdaad ruim.

Ik liet me begeleiden naar een tafeltje. Net naast de piano waar er een optreden werd verzorgd. Het was er best stemmig.

Ik bestelde een hamburger met een goed bier erbij. Toen ik aan het wachten was op mijn maaltijd merkte ik dat terwijl een van dames naar het toilet ging de andere vrouw met mij oogcontact zocht. Ik had de koe bij de horens kunnen vatten, maar ik gaf geen gevolg omdat ik me toen niet kon verplaatsen. Toen mijn hamburger op was waren ze toch al verdwenen. Kans verkeken? Wie weet.

Ik dacht eraan om nog een tweede bier aan mijn bestelling te hangen, maar de service ging me iets te langzaam. Dus vereffende ik en ging terug richting tram.

In Den Haag ging ik op zoek naar dat steegje waar ik eerder was omdat bleek dat ik in het restaurantje nabij, misschien beter had kunnen eten, maar vooral dat ze ook enkele toppers qua bier hadden. Ik liep de zaak ik en zette me aan de toog.

Alles bij elkaar heb ik daar enkele uren gesleten vooraleer ik terugkeerde met de trein naar mijn auto op de parking.

Ik maakte mijn bedje klaar en ergerde mij aan een paar vrienden die tot een gat in de nacht met elkaar annekdotes uitwisselden.

De laatste halte in Zuid-Holland

Ik stond op en reed naar Leiden. Ik had de parkeertarievenkaart bekeken maar uiteindelijk kon ik het adres dat ik had geselecteerd niet vinden. Ik kwam in een buitenwijk van Leiden terecht en hoopte dat het nog wel zou meevallen. Ik zocht de parkeerautomaat en beetje een ontzet merkte ik dat ook hier 2 euro per uur werd gevraagd.

Ik gaf mijn nummerplaat in en begaf me op mijn weg richting het centrum van Leiden. Zo’n goeie kilometer stappen. Ik deed mijn toertje en ging terug. Omdat er weeral geen tijd was voor een koffie zocht ik naar iets in de buurt. Ik kwam uit in de McDonalds. Achteraf gezien niet zo’n slechte keuze. Ik kon terwijl ik aan mijn koffie lurkte rustig mijn boeken openslaan om mijn volgende stap te plannen. Eigenlijk had ik evengoed wat batterijen kunnen opladen.

Ik merkte dat ik in de buurt van de Kaag was. Een serie eilandjes die met een veerpontje kunnen bereikt worden.

Ik reed die richting uit en algauw was ik omring door sloten en weilanden, met een klein stukje asfalt onder mijn wielen, net breed genoeg voor een auto. Nu en dan kwam ik dan ook passeerstroken tegen.

Bij een camping was er een aanlegsteiger voor een fietsveer. De autoveer bleek aan de andere kant van het eiland te liggen. Ik parkeerde mij en begaf me met mijn rugzak naar de aanlegsteiger.

ik scheepte in voor een heen- en terugrit en na een kwartier op het water liep ik het land op. Ik volgde een laarzenpad, maar de vegetatie was zo hoog gegroeid en eigenlijk verwaarloosd dat ik soms twijfelde om de tocht af te breken. Maar ik volharde en kwam terug aan mijn beginpunt. Ik liep wat verder en kwam aan bij de autoveer, ik liet me overvaren over een heel smal strookje water en ging een cafe binnen. Het lot wil dat ik me toen geografisch in Noord-Holland bevond. Ik ging terug en wachtte op de fietsveer. Intussen had ik zo weinig cash op zak dat ik dringend op zoek moest naar een geldautomaat. Ook had ik beslist (na Leiden) om een Nederlandse GSM nummer aan te schaffen. Vooral voor de parking, maar de occasionele 0900-nummers zou ik er ook mee kunnen bellen.

Ik stapte terug in mijn auto en begaf me terug naar de bewoonde wereld. Nu en dan moest ik uitwijken voor aankomend verkeer maar dat stoorde me niet want dat hoorde bij de charme van de regio vond ik. Ik reed naar een winkel in het naburige dorp, maar omwille van omleidingen kwam terug via een snelweg langs Leiden om aan op mijn bestemming. De plaats bleek aan de rand van de eilandenreeks te liggen en er was een recreatiestrand. Dus na mijn boodschappen stapte ik er wat rond. Toen ik merkte dat ze een sanitaire blok hadden, met douche, profiteerde ik van dit gemak door snel me te verfrissen. Het water was niet overdreven warm maar deugd deed het wel.

Ik belde naar mijn ouders om te melden dat ik had overwogen om mijn reis te onderbreken omwille van de verwachtte hitte. Ik zou morgen passeren langs Waasmunster, nadat ik het Mauritshuis had bezocht.

Ik zette me aan het tafeltje op het plein en at mijn slaatje op. Daarna was het tijd om mijn bed te maken.

The long way home

’s Morgens werd ik wakker van de zaterdagmarkt die werd opgezet. Ik begaf me uit mijn bed, wastte me en liep toen het domein op voor een morgenwandeling.

Ik moest wachtten tot 8u alvorens de AH in de buurt zijn deuren zou openen. Het weerbericht sprak van regenbuien maar die kwamen er pas … tien minuten voor de winkel openging. In de regen dus …

Ik haalde mijn koffie en testte ook de machine uit voor versgeperst sinaasappelsap. De ervaring alleen is al het kopen waard.

Nadat mijn koffie begon te werken nam ik de auto richting zuiden. Deze keer was er in Ypenburg veel meer ruimte. Helaas moest ik toen op zoek naar een toilet en dat bleek moeilijker dan gedacht op een zaterdagmorgen. Uiteindelijk heb ik mijn plekje gevonden in het politiekantoor dat aan het plein lag.

Ik dacht geld uit te spraren door deze keer de tram te nemen naar het centrum, maar ik was eraan voor de moeite. In de tram kon ik niet in- of uitchecken. Pas aan de overstaplocatie kon ik inchecken, dat deed ik bij het eerste apparaat dat ik tegenkwam. Toen de tram verder reed op het perron dan ik dacht, liep ik naar de open deur. Toen wou uitchecken bleek dat ik me opnieuw had ingecheck. Blijkbaar had in in de overstapplaats ingechecked op de Rotterdamse Metro en nu dus op de Haagse tram dus opnieuw. Ik zou dat later wel oplossen.

Eerst naar het museum, het regende nog steeds en ik was niet direct afgestapt aan de beste halte. Dan maar te voet verder. Na wat rond te waren kwam ik aan bij het museum iets na 10u. Er was al een lange rij en ik liep eerst het rondje naar de vestiaire en daarna zocht ik een audiogids. Blijkbaar zaten ze al door hun voorraad heen en moest mijn smartphone soelaas brengen.

Ik gaf mijn oranje museumkaart af aan de suppoost en daar werd ik ingescand. Het museum zelf is groot en ontzagwekkend. Twee verdiepingen met het beste wat Nederlandse en Vlaamse schilders uit de 16de eeuw te bieden hebben. Kortom, mijn wereld. De audiogids gaf een overvloed aan informatie en ik nam de tijd om alles rustig te bekijken en te beluisteren. Ik probeerde mij niet te druk te maken door de horde aziaten die het museum overspoelden. Al dat soms het narcistische gedrag me soms te veel was.

Nadien trakteerde ik mezelf op een koffie met gebak. Toen ik zat bleek dat om de hoek een tea-room naam maakt met hun appeltaart. Spijtig …

Ik ging terug naar het centraal station en liep even binnen bij de klantendienst van de Haagse trammaatschappij. De dame wou niet moeilijk doen en annulleerde de Haagse check-in. Voor de Rotterdamse moest ik op de website terecht. Nu alleen nog wachten tot het wordt vrijgeven.

Ik nam de trein naar mijn auto en zette de terugkeer in. Enkel een oponthoud aan de Beneluxtunnel in Rotterdam, maar voor de rest van de route liep alles gesmeerd. Ik dacht te kunnen stoppen in Brecht, maar dan had ik een andere snelweg moeten nemen. Dan maar Stabroek voor een korte pauze. Toen ik terug vertrok was ik verkeerd weg en kwam op de desolate tolweg terecht. Ik probeerde te draaien maar in Lillo is het een groot verkeersprobleem. Uiteindelijk netjes rond Antwerpen kunnen rijden en ik hield halt Waasmunster.

Iets gegeten en iets gedronken en dan de volgende dag naar huis.

Nog steeds vroeger thuis

Voor we gingen vertrekken, gingen mijn ouders en ik nog iets drinken voor op weg. Ik vertelde over mijn trip naar Brielle en raakte in gesprek. Ik gaf mijn ouders een half uurtje voorsprong voordat ik zelf zou vertrekken.

Toen ik vertrok merkte ik aan de knooppunt E17-E40 dat er een ongeval was gebeurd in Sint-Denijs-Westrem, riching kust. Ik overwoog mijn kansen maar ik had te weinig tijd om mijn alternatieven te berekenen. Toen ik zag dat de tijd naar Aalter op een kleine 20 minuten stond, leek het allemaal nog mee te vallen. Ik genoot met volle teugen van het ego-centrische gedrag van de meeste chauffeurs. Die absoluut niet wilden ritsen en zo ver mogelijk door rijden op een afgesloten baanvak. Tot uiteindelijk aan de ongeval zelf (op het linkse vak … uiteraard) ze wel moesten uitwijken.

Toen ik aankwam bij mijn ouders bleek dat ik alsnog eerder thuis was. Na een vijftal minuutjes kwamen ze pas de hoek om. Waarom ze doorreden tot Drongen om daar dan rond te rijden via Eeklo is mij een raadsel, vooral als op amper 2 kilometer het probleem zichzelf oplost.

Thuis aangekomen mijn tent opnieuw ingericht en nu is het allemaal veel duidelijker.

Corona-proof

Na de eerste Corona-golf moest ik er even tussenuit. Zoals zo velen denk ik.

Ik had net mijn regionale Capitool gidsen bekeken en Gelderland sprak me direct aan, meer concreet Het Nationaal Park De Hoge Veluwe. Ik nam me voor om tenminste 7 dagen te blijven.

Ik zocht wat informatie op en kwam te weten dat het onmogelijk is om te reserveren voor de natuurcamping, net wat ik zocht dus. Het kwam met een kost want de camping bevond zich binnen het domein, dus een geldig ticket voor het park kwam bovenop de nachtprijs.

Even de naakte gegevens:

  1. tentje (grootte speelt geen rol) €7
  2. toegang park (voetganger) €10
  3. parking €4

Al gauw vond ik dat je ook Beschermerskaart kon kopen (€40) en hiermee was ik tot eind 2020 vrij om te komen en te gaan (inclusief parking) en als extraatje 10% korting in de winkel en restaurant.

Nu voor 2021 is de prijs opgedreven en hebben ze de term “beschermer” laten vallen.

Tot daar de cijfertjes.

Door Corona moest de kaart online besteld worden. Dat heb ik dan ook gedaan alleen … wou het systeem mijn postcode niet aanvaarden. Een korte mail met het park gaf me de suggestie om de postcode van het park te gebruiken, die werkt altijd. Zo gezegd, zo gedaan. Tot ik er achterkwam dat de buurtbewoners (waar ik met dit truckje dus bijhoorde) een ferme korting kregen. Om niet in de problemen te komen heb ik dan maar een gift van €11 bijgestort zodat het totaal gelijk kwam.

Ik had mijn auto omgevormd tot mini-camper (for the worst case) en vertrok richting Arnhem. De route verliep erg vlot. Ik maakte gebruik van Waze en dit was meteen een test hoeveel JIM-data ik zou gebruikt hebben na op mijn bestemming te zijn aangekomen. Wat bleek, ik had 45 MB verbruikt. Dus mijn ritje had me dus nog geen halve euro gekost. Wat een schijntje… 🙂

Ik kwam de wachtrij oprijden en toonde aan de portier mijn papieren. Ik had alsnog een kaart nodig, dus mocht ik voor de uitzondering doorrijden naar de centrale administratie.

Ik parkeerde mijn auto op de parking en ging naar binnen. Ik toonde de papieren en blijkbaar was het online gedeelde niet volledig. (Zie CAMRA lidmaatschap) Mijn gegevens werden nagekeken en gecorrigeerd want ik woonde niet in Arnhem. Er werd een webcam-foto gemaakt en toen verdween de dame naar de printer die mijn lidkaart moest uitspuwen. Toen ze terug kwam zag ze plots dat ik te weinig had betaald en bijna terug naar af moest. Toen ik wees dat ik een donatie had betaald was het dan toch in orde. Ze had als deelgemeente Koolkerke gekozen bij mijn postcode 8000, dat voor mij wel voldeed. Zolang het maar in mijn brievenbus terechtkomt.

Ik stapte met trots terug in mijn wagen en reed terug richting uitgang om te parkeren wat niet zo evident was om een bocht van meer dan 120 graden te maken. Ik zette me ergens op een rustig plekje en nam mijn tent en spullen mee.

Ik toonde mijn nieuwbakken lidkaart aan de portier en ging de camping op. Er was niet direct een receptie of dergelijke te vinden dus vroeg ik wat rond. Ik mocht zelf mijn plaatsje uitzoeken … mits de corona-regels na te leven en enkele meters ruimte te laten tussen de tenten. Was ik sowiezo van plan.

Een groep jongeren was aan het inpakken en ik wachtte even tot ze weg waren om me op hun stekje mezelf te ankeren.

Intussen haalde ik de rest uit mijn auto en dropte alles voor mijn tent. Daarna verkende ik de camping. Het zag er allemaal erg verzorgd en modern uit.

Er waren kluisjes met waarborg met ingebouwd een stopcontactje en USB-poort. Er waren voldoende douches (met muntenautomaat) en wcs voorhanden.

En We are GO!

Het heeft even op zich laten wachten maar uiteindelijk dan toch kunnen vertrekken.

Ik stap in mijn auto een stuk na 19u.

Om 19:28 check ik in in de Lunch-Garden, om de reis met een volle maag te beginnen. Na wat vragen en hervragen is het me gelukt om mijn verjaardagscadeau te verzilveren. Niet dat het veel uitmaakt op de prijs van een Vol-au-vent, maar elke euro heeft zijn waarde.

Na een klein halfuurtje was ik al op de A11, op weg naar Antwerpen.

Om 21:36 – toch handig zo’n tracker – nam ik de afrit naar Brecht, what’s in a name… De DATS24 ligt op mijn weg vandaar.
Omdat de benzineprijs enkel in stijgende lijn gaan tankte ik mijn auto vol voordat ik de grens met Nederland (duurste in de rij) zou bereiken.

Het eerste stuk Nederland verliep vlekkeloos. Snelwegen zover het oog reikt, maar dan … voorbij ’s Hertogenbosch liep die snelweg ten einde en reed ik op een provinciale weg. Niet het beste idee dacht ik dan. Zo’n 50 km acceleren en afremmen tot ik terug op de snelweg zat richting Arnhem, met stoplichten, wisselende snelheden en dergelijke.

Dan alsof het lot me tartte… deed mijn GPS app bizar. Ik had het plan om in Oldenzaal een pauze in te lassen, maar dan moet ik natuurlijjk wel weten waar ik zit en waarheen ik moet rijden en dat wou mijn GPS me niet langer vertellen. Mijn auto stond haaks op de kaart en dan is rechtdoor rijden wat lastig, ook schoof de kaart niet meer. Dat Slovaaks bedrijf eens een mailtje sturen!

Ik nam de afrit en toen ik overgeschakelde op het vertrouwde Waze, zag ik dat ik niet ver uit koers was geraakt. Ik was een paar kilometer voor de grens gestrand. Ik deed even een sanitaire stop en at een koekje en begon toen mijn intocht in Duitsland.

Via Osnabruck zag ik de wegwijzers naar Bremen en Hamburg.

Mijn benzinemeter liep terug en ik nam me voor om in een grootstad me in te slaan. Dus van de snelweg in Bremen.
Na wat zoekwerk reed ik om 2:58 de benzinepomp in en goot de Smurfenmobiel vol met de gele nectar.
Daarna reed ik een stuk verder en vond een rustig plekje om even mijn ogen te sluten voor een half uurtje.

Nu en dan vlamde een of andere gek voorbij. Maar dat waren er gelukkig niet al te veel. Ik deed mijn ogen terug open en kroop terug achter het stuur. Al snel was ik terug op de snelweg.

Om 4u30 doemde Hamburg op. Er waren werken rond de haven de passage verliep een stuk langzamer dan gepland.
De machtige havenkranen in het ochtendgloren brachten soelaas. Wat een zicht …
Daarna een tunnel en ik was aan de andere kant van de Elbe. Dan was het zicht al wat minder, al waren de werken wel voorbij en kon ik terug aan mijn gezapige gemiddelde van 110 kmh verder snorren.

Na de drukte van Hamburg achter me te laten kronkelde de weg door het Sleeswijk-Holsteinste landschap, “Das Echten Norden” zoals dat met grote borden is aangegeven.

Ik reed nog eenmaal van de snelweg in Duitsland. Net voor de grens in Flensburg haalde ik wat extra benzine en een koffie. Een of andere lifter vroeg of hij mee kon. Dat kan niet, daarna vroeg hij het opnieuw toen ik mijn koffie dronk. Schijnbaar was hij niet zo helder meer van geest of gewoon radeloos.